Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

William august van cumberland

betekenis & definitie

(hertog), engelsch veldheer, zoon van koning George II, geb. 26 April 1721, gest. 31 Oct. 1765, versloeg te Culloden (1746) den pretendent Karel-Edward, die met zijne troepen nog slechts twee dagmarschen van Londen af was en dus de hoofdslad ernstig bedreigde, doch die door deze nederlaag zijne zaak geheel verloren zag. Minder gelukkig was C. tegen de Franschen: reeds had hij 1745 den slag van Fontenay verloren; hij werd ook nog verslagen te Lawfeld (1747) en te Hastenbeck (1757), en na deze laatste nederlaag zag hij zich genoodzaakt, de conventie van Kloster-Seven te teekenen (8 Sept. 1757).

< >