geb. in de eerste helft der 17e eeuw te Amsterdam, aanvankelijk geneesheer aldaar, doch losbandig van leven, zoodat hij 1666 genoodzaakt was zijn fortuin te gaan zoeken op de Kust van Guinea, waar hij als fiskaal stierf. Op het fort St.-George d’Elmina hield hij zich bezig met het vervaardigen van gedichten, blijspelen, enz., die overvloeien van geestige, doch meestal vuile en onkiesche, zetten en kwinkslagen.
Zijne werken verschenen compleet in druk in 2 dln. (Amsterdam 1696; 2e druk 1723; 3e druk 1776).