turksch Tarubosan, het Trapezus der ouden, havenstad in aziatisch Turkije, aan de Zwarte Zee, 18 mijten benoordoosten Erzeroem; 50,000 inw.; het is de hoofdplaats van het ejalet T. (656 vierk. mijlen, met 375,OPO bewoners). Reeds vóór den Trnjaanscheri oorlog schijnt T. beslaan te hebben; het ontving later eene grieksclie volkplanting uit Sinope, en W'erd om zijnen vierlioekigen vorm Trapezus genoemd.
Vervolgens vasal van den koning van Pontus, werd T. onder het romeinsche gezag weder met een eigen bestuur en vele privilegiën beschonken. Na de verovering van Conslantinopel door de Latijnen (1204) en bij de daaropvolgende verbrokkeling van het Oostersch-rom. rijk, maakte een Comnenus (of eigenlijk een Ducas, dien men Comnenus noemde) van deze stad en omliggend grondgebied een afzonderlijk rijkje, hetwelk hij keizerrijk T. noemde. Toen de Paleologeu (1261) Constiintiuopef heroverd hadden, bleef het keizerrijk T. slechts in naam onderhoongaan het grieksche rijk : de eenige afhankelijkheid bestond hierin, dat de grieksche keizer vrij was in de benoeming van den vorst van T.; doch hij koos daartoe altijd een prins uit het regeerende huis. Ziehier de namen dier vorsten van T. :Alexius I Comnenus 1240
Andronicus I 1222
Johannes I 1235
Manuel I 1238
Andreas I 1253
George I 1266
Johannes II 1280
Alexius II 1298
Andronicus II 1330
Manuel II 1332
Basilius I 1332
Irene 1540
Anna 1341
Michaël 1341—50
Johannes lIl 1344
Alexius III 1350
Manuel lil 1390
Alexius IV 1412
Johannes IV 1447
David 1458—61
ln 1461 werd T. door de Turken bemachtigd, en David, de laatste keizer van T., werd met zes zijner zonen ter dood gebracht door Mahomed II; de 7e zoon ontkwam, en vluchtte naar den Peloponnesus; waar hij de stamheer werd der Comnenen van Morea. Het grondgebied van T. werd toen een pachalik of ejalet, begrensd door de ejalels Siwas en Erzeroem, en door aziat. Rusland (zie boven).