Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

St. anna-klooster

betekenis & definitie

Vóór de Kerkhervormieg bestonden er in de Nederlanden verscheidene kloosters van 'dezen naam, die het onnoodig is hier alle op te sommen. Dat te Delft in de Nohelstraat bleef bij den zwaren brand, die 1536 de stad teisterde, ongedeerd.

Dat onder het dorp Rottum, in Hunsingo, provincie Groningen, stond ter plaatse, waar te voren, tot in de laatste tijden der uitroeijing van het Heidendom, een tempel gestaan had, in welken aan Thor (of Stavo) en Foste werd geofferd. De ijverige Ludger vond (785) in dezen tempel over de honderd afgodsbeelden, die hij liet wegruimen, waarna hij het prachtige gebouw herschiep in een klooster, dat later de beroemde Bottumer-abdij is geworden, welke in een stuk van 1291 genoemd wordt Comentus Sancli Juliani in Rolhum. De laatste abt van dit klooster overleed 1601. Beeds in 1252 vinden wij gewag gemaakt van eenen abt vanBottum als een van de drie geestelijken, die de vroegere wetten, in de oudfriesche taal beschreven, op nieuw uagezien, verklaard en vermeerderd hebben, van welken arbeid het Hmsingoer-Lundregt, uitgegeven in Deel II der werken van het groninger genootschap "Pro excolendo juro patriaj”, nog in wezen is.

< >