(Anthony Ashley-Cooper, eerste graaf van), geb. 1621 te Winborn in 't graafschap Dorset. kwam op zijn 19e jaar (1640) zitting nemen in hel Lagerhuis, schaarde zich reeds spoedig aan de zijde der Parlementairen (1644), keurde echter de ter dood brenging van Karel 1 af, trad met Karel II, die zich in ballingschap bevond, in onderhandeling, en was een der voornaamste bewerkers van de restauratie (1660). Daarop nam hij zitting in het beruehte Kabaai-ministerie, en werd 1672 verheven tot graaf van S. en lord-kanselier.
In 1674 genoodzaakt af te treden, werd hij de ziel der oppositie, en haalde zich door zijne heftige bestrijding van het gouvernement 13 maanden gevangenschap in den Tower pp den hals. Niettegenstaande dat kwam hij weder aan het hoofd van het nieuwe ministerie, dat 1679 gevormd werd, verklaarde zich toen openlijk legen den hertog van York (JacobusII), en deed door het Lagerhuis eene wet aannemen, waarbij die prins van de troon-opvolging uitgesloten werd ; toen die wet echter door het Hoogerhuis verworpen was, werd S. opnieuw ontslagen als minister, en gevangen gezet in den Tower (1681). Beschuldigd van hoog verraad, doch dopr den jury vrijgesproken, nam hij deel aan de samenzwering van Monmouth (zie RVEHOUSE-KOMPIOT), en toen dit komplat ontdekt werd, nam hij de vlucht naar Holland (1682), en stierf 2 Jan. 1683 te Amsterdam. Men heeft van hem Memoirs (Londen 1837).(Anthony Ashley-Cooper. derde graaf van), kleinzoon van den vorige, geb. 1671 te Londen, van 1694 tot 1698 lid van het Lagerhuis, werd bij den dood zijns vaders (1699) lid van het Hoogerhuis, en genoot hel vertrouwen van koning Willem 111. Als ongodist in ongenade bij koningin Anna, verliet hij Engeland, hield verblijf in Hollanden in Italië, en stierf te Napels in Febr. 1713.Zijne geschriften,die hem doen kennen als een der beste philosophische schrijvers van Engeland, zijn verzameld onder dezen titel: Characteristics of men, manners, opinions and limes (beste editie 3 dln. Londen 1773).