geb. 28 Febr. 1810 te Amsterdam, studeerde theologie en letteren, eerst te Amsterdam, toen te Leyden, waar hij in laatstgemeld vak den doctoraten graad nam. Sedert 23 Jan. 1854 rijksarchivaris, heeft hij zoowel in die betrekking als door verscheidene geschriften vele diensten aan de geteerde wereld bewezen.
Onder zijn toezigt (en verrijkt met belangrijke aanteekeningen vanzijne hand) werd eene nederlandsche vertaling bewerkt van John Lothrop Motley’s beroemd boek De opkomst van de Nederlandscbe Republiek (2e druk 4 dln. ’sllage 1860) met het vervolg daarop Geschiedenis van de Vereenigdc Nederlanden sedert den dood van Willem den Zwijger lot op de Synode van Dordrecht (3 dln. 's Hage 1863). '