Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Pierre riel van beurnonville

betekenis & definitie

(graaf), fransch minister en maarschalk, geb. 1752 te Champignolle in Bourgogne, trad 1775 in krijgsdienst, streed 1779—81 in Indië, diende vervolgens met onderscheiding onder Luckner en Dumouriez in de legers der republiek, werd 1792 generaal, nam roemrijk deel aan de veldslagen van Valmy en Jemmapes, werd in het laatst van 1792 minister van oorlog, en in 1793 met vier commissarissen naar het leger van het Noorden afgezonden om Dumouriez in hechtenis te nemen; deze generaal evenwel deed B. en zijne medgezelleu arresteren, en leverde hen over aan de Oostenrijkers, die B. 33 maanden gevangen hielden te Olmulz, totdat ze hem 1795 uitwisselden legen de dochter van Lodewijk XVI (later hertogin van Angoulême). Bij zijnen terugkeer werd hij bekleed met het kommando over de Sambre- en Maas-armee, nam als zoodanig zijn ontslag, werd inspecteurgeneraal der infanterie, ging later als gezant eerst naar Berlijn, toen naar Madrid.

In 1805 tot senateur, groot-off. van het Legioen van eer en graaf verheven, stemde hij niettemin 1814 voor de vervallenverklaring van Napoleon, ging met Lodewijk XVIII naar Geneve, werd 1815 pair, 1816 maarschalk, en stierf April 1821.

< >