eerst barbier van den heiligen Lodewijk, werd later kamerheer en gunsteling van Filips den Stoute. Vreezende dat de invloed, dien koningin Maria op den koning had, hem zijnen invloed zou doen verliezen, betichtte hij haar, dat zij door middel van vergif een einde gemaakt had aan het leven van Lodewijk, oudsten zoon van Filips uit diens eerste huwelijk.
De valschheid van die aantijging werd echter spoedig bewezen, en bovendien, dat hij zelf de oorzaak was van den dood van den prins. Hij werd in hechtenis genomen en opgehangen (1276).