(graaf) fransch staatsman, geschiedschrijver en dichter, geb. 12 Jan. 1767 te Montpellier, was commissaris van oorlog in 1783 en 1789; voor de heethoofden der omwenteling te gematigd, werd D. in den kerker geworpen, en had zijn behoud slechts te danken aan 9 Thermidor, waardoor hij in vrijheid kwam. In het jaar X (1801) werd hij tribuun; 1806 gevolmagtigd minister van Frankrijk te Berlijn; in het zelfde jaar ook lid der Académie.
Als een der meest toegewijde dienaren van Napoleon I, werd D. na den slag bij Jena iutendant-generaal der armee en lid van den keizerlijken staatsraad ; hij ontried den veldtogt naar Rusland. Gedurende de eerste restauratie was hij minister van oorlog; 1818 werd hij tot pair verheven. Hij stierf 5 Sept. 1829 op Becheville bij Meulan. Hij leverde eene vertaling in fransche verzen van Horatius, een dichtstuk in 6 zangen op de sterrekunde, eene Histoire de Bretagne (1826) en zijn klassiek geworden boek Histoire de la répnblique de Vénise (1819; 4e druk 1828 in 4 din.).