genaamd »de valsche hertog van Vork” of »de valsche Richard IV", een befaamd bedrieger, geb. te Londen, was de zoon van een Jood uit Doornik. De hertogin-weduwe van Bnrgundië, Margareta, zuster van Eduard IV, kwam ophel denkbeeld, hem te laten doorgaan voor haren neef, Richard van York (tweeden zoon van Eduard IV), die 1483 in den Tower vermoord was, en hem te stellen tegenover Hendrik Vil: zij erkende P. openlijk in 1490, zond hem 1492 naar Ierland, en trachtte (doch tevergeefs) hem den steun te verschaffen van Karel VIII.
Eene vruchtelooze landing deed P. op de kust van Kent, en verscheen weder voor een oogenblik in Ierland, waar hij echter koel werd ontvangen ; nu wierp hij zich in de armen van Jacohns IV van Schotland, die zich hield alsof hij geloof hechtte aan alles wat P. hem vertelde, een zijner nichten aan P. ten huwelijk gaf, en met hem een gewapenden inval deed in Northumberland (1496), doch met weinig gunstig gevolg. In 1498 zag P. zich genoodzaakt Schotland te verlaten. Weldra landde hij in de baai van Whitesand, vereenigde zich met de opstandelingen van Cornwallis, vluchtte in de abdij van Beaulieu, en stemde eindelijk er in toe, zich in handen van Hendrik VII te stellen ; deze, na P. openbaar te pronk gesteld te hebben, liet hem opsluiten in den Tower; P. vond middel om te ontsnappen; doch opnieuw gevat zijnde, werd hij te Tyburn opgehangen (1499). Verscheidene geleerden zijn van gevoelen geweest, dat P. werkelijk de hertog van York was.