(don), mexikaansch generaal, geb. 1790, nam van 1811 deel aan alle pogingen om de hoofdstad te bevrijden van de vreemde overheersching, streed met pastoor Murelos bij Acapulco, waar zijn vader in de magt van den onderkoning viel; te vergeefs bood B. 300 gevangene Spanjaarden aan als losprijs voor zijnen vader, dien het hem niet gelukken mogt van den dood te redden; B. nam echter geen wederwraak, en zond al de krijgsgevangen gemaakte Spanjaarden, zonder voorwaarden te bedingen, terug. Na het sluiten van den wapenstilstand legde hij de wapenen neder, maar was 1821 een der eersten, die ze weder opvatteden.
Met 23 andere leden van het congres verzette hij zich tegen hetverleenen van den titel van keizer aan Iturbides, werd 1822 in den kerker geworpen, 1823 weer in vrijheid gesteld; met Vittoria en Negrette reeds lid van het Uitvoerend bewind, werd B. 1824 tot vice-president der republiek gekozen. Toen de democratische partij een besluit deed aannemen om al de Spanjaarden uit Mexico te verdrijven, verzette B. zich gewapenderhand tegen dien maatregel, doch werd 1827 totaal verslagen door Guerrero in de vlakte van Apan, en zes jaren naar de kust van Guatemala gebannen; 1829 teruggeroepen, hielp hij den inval der Spanjaarden afslaan, werd met geestdrift ontvangen te Vera-Cruz, en zag zich, toen Bastamente over Guerrero gezegevierd had, andermaal tot president gekozen (1830). Toen genoot Mexico, na zoo vele omwentelingen, eindelijk eenige rust. In het laatst echter van 1833 riep B., ten einde het gouvernement tot gematigdheid te noodzaken, zijne aanhangers andermaal onder de wapenen, doch werd in 1834 totaal geslagen door Vittoria. Sedert leeft hij stil en vergeten in een landstadje in N.-Amerika.
