Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Montmartre

betekenis & definitie

vlek of dorp met 23,000 inw. benoorden Parijs, waarvan het eene voorstad vormt; het ligt op de hoogte genaamd butte Montmartre, van waar men geheel Parijs overzien kan. Volgens sommigen is de naam M. herkomstig van het latijnsche Mons Marlis, omdat hier oudtijds een aan god Mars gewijde tempel stond; volgens anderen komt M. van ’t latijnsche Mons Marlyrum, omdat de heilige Dionysius (Denis) hier met drie zijner medgezelien den marteldood onderging.

Door de Noormannen werd M. in 887 verwoest; Lodewijk de Dikke stichtte hier 1133 eene benedictijner abdij, die bestaan bleef tot 1789. In 1814 werd hier lang en hardnekkig gevochten tusschen de geallieerden en de troepen die Parijs verdedigden.

< >