beroemd spaansch schrijver, geb. 9 Oct. 1547 te Alcala-de-Henares in Nieuw-Castilië, uit adellijke maar arme ouders, diende eerst in Italië, nam roemrijk deel aan den slag van Lepanto (1571), en werd daarbij gekwetst aan den linkerarm, waardoor hij voor zijn geheele leven verminkt bleef. Op zijn terugkeer naar Spanje, werd hij genomen door de kapers (1575), en bragt vijf jaren te Algiers door als slaaf.
Door de paters der Drievuldigheid vrijgekocht, keerde hij naar zijn vaderland terug, trouwde daar (1584), en woonde afwisselend te Toledo, te Sevilla en te Madrid, geen ander middel van bestaan hebbende dan zijne pen; door zijne tijdgenooten niet gewaardeerd stierf hij in kommervolle omstandigheden te Madrid 23 April 1616. Van een dertigtal dramaas noemen wij alleen zijn treurspel Numancta; een aantal zijner romans laten wij onvermeld; maar wereldberoemd is de naam van C. geworden door zijnen roman Don Quixote de la Mancha (waarvan het le deel verscheen Madrid 1605 en de rest 1615); met echt dichterlijk vernuft leverde hij daarin eene bijtende satire op de destijds in zijn land heerschende dwaze zucht naar ridderlijke en romantische avonturen. Ontelbare malen herdrukt en in schier alle talen overgezet, bestaan er van den “Don Quixote" ook verscheidene pracht-editiên.