een paardenkooper uit de Altmark, geb. 1521; op reis zijnde naar de leipziger mis, werden hem door jonker van Tronka twee zijner schoonste paarden ontnomen; noch in Saksen, noch bij den keurvorst van Brandenburg recht kunnende vinden, wierf hij eene bende volks aan, kwam den burg van den jonker platbranden, vervolgde hem tot in het Saksische, overal waar hij kwam alles verwoestende te vuur en te zwaard, totdat Luther hem het verkeerde van zijne handelwijze aan het verstand bracht. In Saksen ter dood veroordeeld, werd K. door zijnen eigenen landsvorst, den hertog van Brandenburg, opgeêischt, en door dezen volkomen in het gelijk gesteld.
Doch nu bemoeide zich de keizer met de zaak; en op diens bevel werd K. te Potsdam onthoofd.