of Marokko, bij de inlanders Merakasj (d. i. de Getooide), versterkte stad in Noord-Afrika, aan den voet van den meest met sneeuw bedekten hoogsten berg van den Atlas, op den linkeroever van den Tensift, in eene schoone vlakte vol palmboomen, heeft omstr. 50,000 inw. en aanzienlijk handelsverkeer. In 1072 gesticht door de Almoravieden, bereikte M. reeds spoedig eenen hoogen trap van bloei ; volgens de Mooren beleefde M. een tijd, dat de bevolking der stad een millioen zielen te boven ging, waarvan men echter veilig twee derden kan aftrekken als overdreven.
Het is de hoofdstad van het Maroccaansche rijk en tevens de residentie-stad van den sjerif-sultan of keizer (die echter ook zeer dikwijls te Mequinez (Mekinês) verblijf houdt). Het keizerrijk M., het machtigste rijk van geheel Maghreb, en wellicht van geheel Afrika, beslaat van dat werelddeel het noordwesten, en wordt begrensd : ten W. door Algerië, ten Z. door de Sahara, aan de twee andere zijden door de Zee (Middell. Zee en Allant. Oceaan). Het keizerrijk M. is 10,400 vierk. mijlen groot, met eene bevolking, die veilig op tien millioen menschen te schatten is. Dit uitgestrekte gebied, dat doorlonpen wordt door het Atlas-gebergte en zijne vertakkingen, wordt voor twee derde gedeelten bewoond door nomaden-volkeren (stammen Arabieren en Rerberen), die (voornamelijk in hetzuiden) slechts in naam het oppergezag van den keizer van M. erkennen, en óf in het geheel geen óf slechts eene zeer geringe schatting aan M. opbrengen. De regeeringsvorm van M. is onbeperkt despoliek ; de keizer (sedert 1859 Sidi-Mohammed, geb. 1803) voert den titel van Emir-el-Moemenin, d. i. Vorst der Geloovigen, en dien van Khalifet-Aliah-fi-cbakihi, d. i. Stedehouder Gods op aarde. Het groote rijk M. wordt door den Atlas in twee helften gescheiden, waarvan de zuidwcslelijke de provinciën Tafilell, Scdzjelmesa en Darah bevat, terwijl de noordwestelijke helft uit de koninkrijken Fez en het eigenlijk gezegde Marocco benevens de provincie Soes (Sus) bestaat. De heide rijken Fez en M. zijn administratief iugedeeld in 28 districten, die bestuurd worden door pachaas en caids.De geschiedenis van M. is tot in bet laatst der 15e eeuw nauw met die der Berberen (zie BARBARiJë) verbonden. Achtereenvolgend stond M. onder het gezag der Romeinen, der Vandalen, der Grieken; vervolgens onder dat der Arabieren (sedert de 8e eeuw). In 1051 werd M. aan de fatimidische kalifen ontweldigd door de Almoravieden, die hunne heerschappij uitstrekten overgeheelMaghreben over Spanje. De Almoravieden werden achtereenvolgend vervangen door de Almohaden (1129), door de Merinieden (1270), en eindelijk (1516) door de Sjerifs, die beweerden rechtstreeks af te stammen van Mahomed. Onder deze dynastie kwam M. tot zijn hoogsten trap van macht. In de 13e, 14e en 15e eeuw herhaaldelijk beoorloogd door de Portugeezen, werd M. door hen niet meer verontrust na de bloedige nederlaag, die ze leden in den slag van Alcaçar-Quivir (1578). Reeds spoedig strekte M. zijne grenzen naar bet Z. nit tot Guinea, terwijl het ook het westelijk gedeelte van Algerië bevatte. Omstreeks de helft der 17e eeuw stichtte Moelei-Sjerif de dynastie der tweede Sjerifs, die nog tegenwoordig overM.regeeit. De door wellust en wreedheid beruchte vorst uit deze dynastie was Moelei-Ismail. Onder sultan Moelei-Soliman, die van 1794 tot 1822 regeerde, begon de toestand van M. zich eenigermate te verbeteren, doch verloor M. (1810) een gedeelte van het landschap Soes (zie SIDI-HEZJAM). Onder zijnen opvolger, sultan Abd-ur-Rahman (1822—1859) had de inbezitneming van Algiers door de Franschen plaats, waardoor M. zoowel naar buiten als inwendig in eenen staat van oorlog en onrust geraakte, die eindelijk, toen de Maroccanen in 1844 onverhoeds de Franschen aangetast hadden, uitliep op eenen formeelen oorlog met Frankrijk, waarin de Maroccaansche armee 14 Aug. 1844 in den slag aan de rivier Isly door maarschalk Bugeaud verpletterd werd. Nadat in Nov. 1851 opnieuw geschillen (bombardement van Salé) met Frankrijk plaats gevonden hadden, in Dec. 1856 een tractaat van koophandel met Engeland gesloten was, en Ang. 1859 Abd-urRahman’s zoon, Sidi-Mohammed, den troon had beklommen, eischle Spanje voor een aantal grieven voldoening, en begon, toen die geweigerd werd, in Dec. 1859, onder het opperbevel van O’Donnell, den oorlog, die eindigde met den vrede van 26 April 1860, waarbij M. zich verbond aan Spanje 20 millioen piasters schadeloosstelling te betalen en eenige kuststreken af te staan.