(Jean Baptiste Henri, veelal genoemd Pater), fransch kanselredenaar, geh. 12 Mei 1802 te Recey-sur-Ource (dept. Côte d’Or), aanvankelijk advocaat te Parijs, ging later tot den geestelijken staat over, werkte na 183ö gemeenschappelüjt met Lamennais en Montalemftëvt, en begon f854 met grooten toeloop in de kerk Notre-Bfeme te prediken.
Sedert 1853 evenwel bepaalde hij zich bij het besturen van zijne school te Sorrèze, werd 1861 lid der Académie, doch stierf nog in datzelfde jaar (21 Nov.). Van zijne werken noemen wij: Conférences de Notre-Dame de Paris (3 dln. Parijs 1835—50) en Considérations philosophiques sur le système de Lamennais (Parijs 1834).(Jean Théodore), oudste broeder van den vorige, geb. te Recey 1 Febr. 1801, deed van 1825 tot 1834 vier reizen naarZuidAmerika, en werd 1835 prof. der zoölogie te Luik. Voornaamste werken : Introduction à l’entomologie (2 dln. Parijs 1834—37) en Histoire naturelle des insectes (4 dln. Parijs 1857).
