Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Laach

betekenis & definitie

lat. Abbatia Lacensis, thans in ruinen liggende benedictijner abdij in Rijnpruisen, ruim 5 uren gaans benoordw.

Coblentz, 1093 gesticht, 1802 opgeheven, lag aan de westzijde van een meer, dat naar deze abdij genoemd werd Laachermeer (Laachersee); dit meer beslaat eene uitgestrektheid van 1325 pruisische morgen, ligt 1335 nederl. ellen boven den spiegel der zee, is de krater van een uitgebranden vuurspuwenden berg; het water van dit meer is helder en blauwacbtig, doch heeft een walgelijken smaak, terwijl het nog deze bijzonderheid heeft, dat het nooit dichtvriest.

< >