Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

La Valière

betekenis & definitie

(Louise Françoise de la Baume le Blanc de), geb. 1644 in Tourraine, was de dochter van een hofmeester van den hertog van Orléans. Zij werd eerst hofdame der hertogin van Orléans (Henriette van Engeland).

Verleid door Lodewijk XIV, voor wien zij van haren kant eene oprechte liefde gevoelde, werd zij zijne bijzit 1661. Deze ongeoorloofde betrekking, aanvankelijk geheim gehouden, werd echter 1663 wereldkundig: de koning gaf aan zijne bijzit groote landgoederen ten geschenke, en verhief het landgoed La Vallière lot een hertogdom (1667). Overigens maakte zij van haren invloed geen ander gebruik dan om goed te doen. Vroom, maar zwak, schaamde zij zich over hare struikelingen, en nam tot twee keeren de wijk in een klooster; beide keeren liet Lodewijk XIV haar terughalen, en bracht haar weder aan het hof. Na verloop van eenigc jaren zag zij zich echter verwaarloozen voor madame de Montespan, en gedurende geruime" tijd was Lodewijk XIV om zoo te zeggen half voor L.-V. en half voor Montespan. Op het laatst (1674) ging L.-V. voor goed in een klooster, nam 1675 den sluier aan in 't Carmelietcr klooster in de voorstad St.-Jacques, en stierf 6 Juni 1710 in een reuk van heiligheid.(Louis Cesar de La Baume le Blanc, hertog van), achterneef van de vorige (1708—80) heeft naam gemaakt door de kostbare boekverzamelingen, die hij had aangelegd op zijn kasteel Montrouge, en waarvan alleen de catalogus 9 boekdeelen vormt (gedrukt Parijs 1783—88). Met hem is de naam L.-V. uitgestorven.

< >