(gravin), geb. te Brest 1670, gest. 1716, trouwde op haar 16e jaar met den graaf van Murat. Verdacht van medeplichtigheid aan de uitgave van een schimpschrift, dat heleedigend was voor het hof van Bodewijk XIV, werd zij op aanzoek van mevr. de Maintenon naar Loches gebannen, en schreef in hare ballingschap verscheidene romans, die meerendeels uitmuntten door sierlijkheid van stijl en goeden smaak.
In 1715 maakte de hertog van Orieans aan hare ballingschap een einde.