(barones), eene vrouw, vermaard geworden door haar mysticismus, geb. 11 Nov. 1766 te Riga, dochter van baron van Vietinghoff, die gouverneur van Riga was, trad op haar 14e jaar in den echt met baron van K., russisch ambassadeur te Berlijn, doch leefde reeds spoedig van hem gescheiden. Na lang in de hooge wereld geschitterd te hebben, en een alles behalve vroom en zedig leven geleid te hebben te Riga, Petersburg, Parijs, enz. (in welke laatste stad zij 1804 een roman in het licht gaf, getiteld Valêrie, waarmede zij naam maakte in de letterkundige wereld), onttrok zij zich omslr. 1809 als plotseling aan alle wereldsche wuftheid, werd dweepachtig vroom, loog door Duitschland rond, overal gevangenissen bezoekende, predicatien houdende onder den blooten hemel, met milde hand aalmoezen uitdeelende, eu zich duizenden aanhangers verschaffende.
In 1813 had zij te Heilbronn een mondgesprek met keizer Alexander, op wien zij een grooten invloed had, terwijl zi) ook veelvuldig in verkeer kwam met deoverige gekroonde hoofden, die zich 1814 in Parijs bevonden. Zij gaf zich voor profetes uit, voorspelde Napoleon's terugkomst van Elba en zijn reeds spoedig daarop te volgen val. Van Parijs begaf zij zich naar Zwitserland, van daar naar Duitschland, waar zij hare bekeeringspredicatien begon. Doch overal boezemde de invloed, dien zij op de menigte uitoefende, bezorgdheid in aan de regeeringen, zoodat zij overal genoodzaakt werd zich te verwijderen. Eindelijk ging zij 1824 naar de Krim, om daar eene kolonie te slichten in den geest harer leerbegrippen; doch zij stierf nog in datzelfde jaar (13 Dec.) te Karasoe-Bazar.