Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Johannes Nomsz

betekenis & definitie

nederlandsch letterkundige, geb. 1738 te Amsterdam, verloor op jeugdigen leeftijd zijnen vader, trad nadat zijne moeder hertrouwd was in zeedienst, doch voelde zich niet daarvoor berekend, en keerde na den dood van zijnen stiefvader tot zijne moeder terug; 1769 trad hij in den echt met de eigenares eener suikerraffinaderij, en zou van de winsten, die deze afwierp, ruim hebben kunnen leven, indien niet zijn ijver voor de beoefening van letterkunde en kunst hem van zijne zaken hadde afgetrokken, zoodat die (vooral na den dood zijner vrouw 1783) geheel in de war liepen; hij stierf in armoede 1803 in ’t St.-Pietersgasthuis te Amsterdam. Als tooneeldichter was hij niet onverdienstelijk; doch zijne ontelbare overige oorspronkelijke werken (om niet van de vertaalde te spreken) verheffen zich niet boven het middelmatige.

< >