duitsch dichter, geb. 11 Mei 1760 te Bazel, directeur van het lyceum te Carlsruhe, daarbij prelaat sedert 1819, gest. 22 Sept. 1826 te Schwetzingen (op reis zijnde), heeft vooral naam gemaakt door zijne Alemannische Gedichte (Carlsruhe 1803; 11e druk Aarau 1860), in het Hoogduitsch overgezet door Adrian (Stultgart 1814) en door Reimck (2e druk Leipzig 1853). H.’s Sammtliche Werhe zijn dikwijls herdrukt (laatste editie 3 dln.
Carlsruhe 1853). In 1835 is hem te Carlsruhe een gedenkteeken opgericht.