Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Jan pieterszoon coen

betekenis & definitie

gouverneur-generaal van nederl. Indie, geb. 8 Jan. 1587 te Hoorn, bragt het grootste gedeelte van zijne jeugd door op het aanzienlijke koopmanskantoor der firma Piscatori te Rome.

In het vaderland teruggekeerd met de opgedane kundigheden, deed hij 1607—1611 eene eerste reis naar O.-I. als onderkoopman aan boord van het schip de Nieuwe Hoorn. Reeds 1613 werd hij daarop tot raad van Indië en directeur van den handel benoemd, en werd reeds kort daarna president van Bantam. In 1617 werd hij verheven tot gouverneurgeneraal van nederl. Indië, bewees als zoodanig groote diensten aan de Compagnie, en werd 1623 op zijn verzoek eervol ontslagen. In het vaderland teruggekeerd, werd hij echter van zoo vele zijden dringend aangezocht om zich op nieuw de benoeming tot gouv.-genl. te laten welgevallen, dat hij eindelijk toegaf, en 1627 andermaal als opperste landvoogd naar O.-I. vertrok. In Aug. 1628 sloeg hij dapper eenen aanval van den keizer van Java af, die zich bij overrompeling van Batavia meester dacht te maken; in weerwil de vijand daarbij ontzaggelijke verliezen leed, werd de aanslag Sept. 1629 herhaald : doch C. mogt ditmaal de overwinning der onzen niet beleven, want des nachts van 20 Sept. 1629 stierf hij aan den rooden loop, en werd twee dagen later op luisterrijke wijze te Batavia begraven.

< >