Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Italiaansche Oorlog

betekenis & definitie

zoo noemt men inzonderheid den korten, maar roemrijken veldtocht, door de Franschen en Piemonteezen gezamenlijk tegen Oostenrijk volbracht in Opper-Italië, van Mei tot Juli 1859. Nog voordat graaf Cavour het ooslenrijksche ultimatum had afgewezen (26 April), rukten sedert 23 April de Franschen (120,000 man onder het opperbevel des keizers in persoon) deels te land over de Alpen, deels ter zee over Genua, Piemont binnen, waar 64,000 Piemonteezen geheel ten oorlog toegerust stonden, terwijl de Oostenrijkers onder het opperbevel van Gyulat 29 April de piemonteesche grenzen overtrokken.

De eerste ontmoeting had plaats bij Monlebelio (19 Mei); hier, zoowel als bij Palestro (30 Mei) bleven de Franschen overwinnaars. Nadat de Franschen nu den Ticino overgetrokken waren, terwijl tegelijkertijd van den kant van het Lago-Maggiore held Garibaldi eenen stouten en gelukkig geslaagden strooptocht deed in de noordelijke landschappen, behaalden zij eene nieuwe overwinning bij Magenta (4 Juni), rukten 5 Juni Milaan binnen, bevochten 9 Juni op de Oostenrijkers (thans, onder opperbevel van keizerFransJozef, aangevoerd door Hess) nogmaals de overwinning bij Melegnano, en zetleden de kroon op hunnen roem door de schitterende zege, die ze 24 Juni in den Moedigen slag van Solferino bevochten, waarop Napoleon III in eene persoonlijke samenkomst met keizer Frans Jozef de vredes preleminariën sloot (11 Juli te Villafranca), die 10 November 1859 gevolgd werden door het vredestractaat van Zurich. Krachtens dat tractaat moest Oostenrijk het grootste gedeelte van Lombardijé (al het land bewesten den Mincio) aan Piëmont afstaan.

< >