Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Israël

betekenis & definitie

(het rijk), somwijlen wordt onder deze benaming geheel Judea verstaan onder Saul, David en Salomon; doch het rijk I. is eigenlijk een der twee koningrijken, die zich in Judea vormden na den dood van Salomon (962 v. Chr.); het andere koningrijk was Juda (zie ook HEBRECN).

Het koningrijk I. bestond uit de volgende 10 stammen: Azer, Naphtali,Zebulon,Issaschar, Manasse, Ephraim, Dan, Simeon, Gad, Ruben; met andere woorden: het bevatte Galilea, Samaria, Perea, een gedeelte van het eigenlijke Judea, enz. Het was dus veel grooter dan het koningrijk Juda (zie dat art.). De hoofdstad van I. was eerst Sichem, toen Thirsa, eindelijk Samaria of Sebaste. Het rijk I. bestond slechts tot 718 (of 722) v. Chr., in 't geheel 244 jaren, gedurende welken tijd het nagenoeg aanhoudend in oorlog was met het rijk Jnda en met de koningen van Syrié en van Assyrié, en werd eindelijk ten onder gebracht door Salmanassar.Koningin van Israël.

Jerobeam I 962- -943 Joahaz 832

Nadab 942 Joas 817

Baesa 919 Jerobeam II 776

Ela 918 Interregnum.

Zimri 918 Zacharias 767- -766

Omri 907 Sallum 766

Achab 888 Menahem 754

Ahazia 887 Pekahia 753

Joram 876 Pekah 726

Jehu 848 Hosea 718

< >