Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Isabella van Oostenrijk

betekenis & definitie

dochter van Spanje's koning Filips 11 en van Elizabeth van Frankrijk, werd (als nicht en naaste bloedverwant van Hendrik III) door het spaansche kabinet een oogenblik op den voorgrond gebracht als gerechtigde tot den troon van Frankrijk. Toen de verheffing van Hendrik van Navarre tot koning van Frankrijk aan Filips II de overtuiging verschaft had, dat zijne hoop in dat opzicht ijdel was en blijven zou, liet bij zijne dochter in den echt treden (1598) met Albertus, zoon van Maximiliaan II, en gaf haar tot huwelijksgeschenk de souvereiniteit over de Nederlanden en FrancheComté.

Zij vergezelde nu haren gemaal op zijne oorlogen tegen de Nederlanders; bij het beleg van Ostende zwoer zij (zegt men) geen schoon linnengoed te zullen aantrekken, voordat die stad vermeesterd was; ongelukkigerwijze hield Ostende over de driejaren lang stand tegen de belegeraars: hel linnengoed, dat de prinses aanhad, kreeg dan ook eene vreemdsoortig vale kleur, waaraan men sedert dien tijd den naam heelt gegeven van couleur habelle. Door haren neef, koning Filips IV van Spanje werd haar de souvereiniteit over de Nederlanden ontnomen; zij behield slechts den titel van Landvoogdes. Zij stierf 1633.

< >