Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Independenten

betekenis & definitie

d. i. Onafhankelijken, eene kerkelijke partij, die omstr. 1610 door John Robinson uit de Brownisten (zie BROWN) in Holland gevormd werd, zich spoedig naar Engeland en later naar Amerika verplantte, en hier 1805 met de Presbyterianen en Baptisten een nauwer kerkelijk verbond sloot.

Zij verklaren iedere afzonderlijke gemeente of congregatie voor zelfstandig en onafhankelijk van andere kerken en kerkelijke overheden (independens quoad alias ecclesias), vandaar dat ze ook Congregationalislen genoemd werden. Als grondslag des geloofs erkennen zij de Heilige Schrift, en verwerpen een symboliek vaststaand kerkgeloof; doop en avondmaal vieren zij als kerkelijke plechtigheden. Zij hebben zielverzorgers, leeraars, ouderlingen en diakenen, die ook het kerkelijk gezag uitoefenen. Hunne grondstellingen zijn uitgedrukt in Apologia justa et necessaria (Leiden 1619), en in de -Savooische Geloofsbelijdenis" (Leiden 1658). Tijdens de engelsche omwenteling werd hun invloed zeer groot; Olivier Cromwell was het hoofd der I.

< >