Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Hyderabad

betekenis & definitie

eigenlijk Haiderabad, d. i. Leeuwenstad, steden in Oost-Indié; de voornaamste, tevens een der grootste steden van Indië, is: 1) H„ in het rijk Decan, aan den Mnssy, is de hoofdstad van het rijk van H. (d. i. het gebied van den Nizam), welk rijk, schatplichtig bondgenoot van GrootBritannie, 4484 vierk. mijlen groot is en bevolkt met circa 11 miilioen zielen.

De stad H„ de residentie van dm Nizam, heeft 200,000 inw., is eene hoofdpl. voordenindischenjuweelenhandel.en heeft vele diamantslijperijén. In 1586 werd deze stad gesticht door Mohammed-Koetoeb-Schach, die haar aanvankelijk Bagmgor noemde, doch dezen naam reeds spoedig in H. veranderde ter eere van Ali, den schoonzoon van Mahomed, die ook wel HaiderAllah (d. i. de Leeuw Gods) genoemd wordt. Het rijk van H., eene oude prov. van Indie in het rijk Decan, grenst ten N.en N.W. aan de prov. Beyder.ten Z.W. aan Bedzjapoor, waarvan het gescheiden is door de Bima en de Krisjna, ten Z. aan de prov. Balaghat en aan het land der noorder Circars, ten O. aan Gondwana, waarvan het gescheiden is door de Godavery. Behalve de hoofdpl. H. liggen in H. de steden Golconda, Secunderabad, Jaulna, Jaafarabad, Beder, Janur of Sjinur (Chinur), Ellichpoor, Donlatabad, Nirmal, Nander, Palensha en Warangol. Het jaarlijksch inkomen v. den Nizam bedraagt 1,550,000 ponden sterling (d. i. 18 a 19 miilioen guldens). Het land is zeer bergachtig, doch de bergen zijn niet zeer hoog, vooral niet in hel zuidoosten; eene groole menigte zeer vruchtbare dalen heeft H.; de bevolking belijdt meerendeels het Brahmanismns, en spreekt een tongval der Telinga-laal. Oudtijds behoorde H. aan de radjahs van Telingana en van Bisjnagar; in de 15e eeuw werd deze prov. vermeesterd door de Mahomedanen, die er een afzonderlijk rijk van maakten onder den naam van het Rijk van Golconda. Door Aureng-Zeyb werd H. omstr. 1687 bij zijn rijk ingelijfd; doch omstr. 1719 verklaarde zich Tsjin-Kiti-khan, stadhouder van H. voor de Mongolen, onafhankelijk, en regeerde tot 1748. Zijn zoon Ghazy-ed-Dyn volgde hem op. Deze werd opgevolgd door Nizam-Ali, die gelijktijdig het hoofd had te bieden aan Haider-Ali, aan de Mahratten en aan de Engelschen. Van laatstgenoemden werd hij in 1800 de vasal, en vestigde zijne residentie te H. in 1805. Hij werd opgevolgd door zijnen zoon Mirza-Sekander-Dzjah. —■ 2) H., of Hvdrabad, stad in Hindostan, was voorheen de hoofdplaats van Sindh, ligt op den linkeroever van den Indus, werd gesticht omstr. de helft der 18e eeuw, en heeft thans 25,000 inw.

< >