Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Home Biggs Popham

betekenis & definitie

(sir), engelsch admiraal, geh. 1762 te Gibraltar uit iersche ouders, gest. 1820, begon zijne loopbaan als gemeen matroos, klom spoedig op in rang, en werd in 1800 bevelhebber der zeemacht in de Indische wateren. In 1804 ontnam hij de Kaapkolonie aan de Hollanders; werd 1809 uitgezonden om, onder de bevelen van Gambier, de deenschc vloot te overrompelen, en slaagde in die zending volkomen ; ondersteunde vervolgens deoperatièn der Engeischen in het spaanscheschiereiland, werd 1814 schout-bij-nacht, 1819 koinmandant van het maritieme station Jamaica, vervolgens kommandont van het station der West-lndiën, en trachtte tevergeefs eene schikking te bewerken tusschen Christophe en Boyer.

< >