Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Henegouwen

betekenis & definitie

lat. Hanagavensis comitatus, ook Hanmnia, fransch Hainaut, prov. van Belgie, grenst ten N. aan de provv.

Z.-Braband en de beide Vlaanderen, ten O. aan de prov. Namen, ten Z. en W. aan Frankrijk, is circa 68 vierk. mijlen groot, bevolkt met 814,000 zielen, en heeft tot hoofdpl. Bergen (fr. Mons)-, de prov. H. wordt besproeid in het W. door de Schelde, waarin zich daar de Haine en de Dender ontlasten, en in het 0. door de Sambre. Oorspronkelijk was H. bewoond door de Nerviers; eerst in de 7e eeuw heeft het den naam van H. (Hainaul) aangenomen, waarschijnlijk naar de rivier de Haine; reeds sedert de 5e eeuw had het eigene graven, die echter eerst in de 9e eeuw erfelijk werden (860), toen hun ook het hertogdom NederLotharingen en het graafschap Leuven toebehoorde. In de 12e eeuw vereenigde Boudewijn door huwelijk H. met Vlaanderen, en van toen af deelden die beide landen in dezelfde lotgevallen. Nadat gravin Jacoba van Holland al hare staten, waaronder ook H., in 1433 aan Burgundie afgestaan had, kwam H. daarmede 1477 aan Habsbnrg. Bij den vrede der Pyreneén (1659$ en bij dien van Nijmegen (1678) werd het zuidelijk gedeelte van H., met de hoofdpl. Valenciennes afgestaan aan Frankrijk, van welks Noorder-dept. dat tegenwoordig deel uitmaakt; het overige gedeelte werd aan den keizer toegewezen, en heette toen >Oostenrijksch H.” Dat werd 1793 bemachtigd door de Franschen, die er het departement Jemmapes van maakten. Bij de oprichting van het koningrijk der Nederlanden werd het daaraan toegevoegd (1815), doch is daarvan afgescheurd door de belgische omwenteling (1830).

< >