Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Hendrik ahuis

betekenis & definitie

geb. 1369, gest. 1439, was eerst vicaris van de hoofdkerk te Munster; bragt vervolgens een jaar in het Fraterhuis te Deventer door, om die stichting te loeren kennen, en stond toen zijn landgoed ter Wijck bij Munster, waaraan ruime inkomsten waren verbonden, aan de broederschap af. In 1417 zette zich een gedeelte der broeders, daartoe door zijne ondersteuning in staat gesteld, aan het riviertje Weidembach in de nabijheid van Keulen neder, waar zij later eene kerk en klooster bouwden, die onderhouden werden uit hetgeen de broeders verdienden met boeken overschrijven.

Ook te Wcsel kwam door toedoen van A. zulk eene stichting tot stand, die door eene pauselijke bul van Eugenius IV werd bekrachtigd.

< >