beroemd duitsch dichter, geb. te Düsseldorf 12 Dec. 1799 (niet zooals doorgaans opgegeven wordt 1 Jan. 1800), uit joodsche ouders, studeerde de rechten, ging 1825 te Gottingen tot het Christendom over, hield vervolgens afwisselend te Berlijn, Hamburg en München verblijf, en vestigde zich 1830 voor goed te Parijs, waar hij, na een langdurig ziekbed, 17 Febr. 1856 stierf. Hij vestigde zijnen naam met de twee eerste deelen van zijne Reisebilder (Hamburg 1826—27), waarop later (1830—31) nog twee deelen volgden (4e druk, samen 4 dln. 1850), en door zijn Buch der Lieder (Hamburg 1827; 18e druk 1860).
Van zijne talrijke latere werken verdienen vooral melding: Beiträge zur Geschichte der neuern schönen Literatur in Deutschland (2 dln. Hamb. 1833); Der Salon (4 dln. Hamb. 1835—40; 3e druk 1860—61); Die Romantische Schule (Hamb. 1836); Heine über Börne (Hamb. 1840); Neue Gedichte (Hamb. 1844 ; 6e dr. 1860) ; Atta Troll (Hamb. 1847);Romanzero (Hamb. 1861) ; Der Doctor Faust (Hamb. 1861). Complete editie van H.’s werken in 18dln. (Hamb.1861 env.).
