Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Hanover (stad)

betekenis & definitie

duitsch Hannover, lat. Hanovria, hoofdstad van het voormalige koningrijk, en tot 1866 residentie van den koning van Hanover, 17 mijlen bezuidw.

Hamburg, aan de Leine; met inbegrip van de voorstad (het dorp) Linden 72,000 in w.

< >