geb. 1588, gest. 1665 te Parijs, was lid der fransche Académie, en vermaard, geheel Europa door, om zijne geestigheid. Een aantal snedige gezegden van B. vindt men hier en daaropgeteekend, en sommige zijn tamelijk scherp.
Zoo bevond hij zich eens in eene regtzaal, waar, boven den schoonsteenmantel, de Geregtigheid en de Vrede gebeeldhouwd stonden, elkander omhelzende : "Zie eens hoe aandoénlijk,” zeide B. legen een vriend, die bij hem was; "zij nemen afscheid, om elkander nimmer weder te zien." Hij genoot de gunst van Richelieu en van Mazarin, werd verheven tot graaf van Saint-Séran, en was achtereenvolgend gezant van Frankrijk in Holland, in Spanje en in Engeland.