een adeloud, oorspronkelijk boheemsch geslacht, dat 1627 tot den rijksgravenstand verheven werd, en aan Oostenrijk verscheidene staatsmannen en krijgslieden geschonken heeft. Wij zullen hier enkel noemen: H. (Ferdinand Bonaventura, graaf van), geb. 1637, gest. 1706, was ambassadeur ia Spanje ouder Karel II, over wiens hof opmerkelijke bijzonderheden medegedeeld worden in H.'s Mémoires et négociations seerètes (2 dln. 's-Hjge 1720).
(Ludw. Thomas Raymond, graaf van), zoon van den vorige, werd zijns vaders opvolger als ambassadeur in Spanje, protesteerde 1702 tegen het testament van Karel II, was van 1728 tot 1733 onderkoning van Napels, en stierf 1742,
(Karl Borromeüs, graaf van), uit de jongste linie van het geslacht H., geb. 1761, gest. 1 Oct. 1829, oefende louter uit menschlievendheid gedurende 25 jaren de geneeskunst uit te Weenen, waar o. a. van 1805 tot 1809 zijn huis altijd open stond voor de talrijke gekwetsten, die er gratis verpleegd werden.
(Auguste, gravin von), geb. 30 Aug. 1800, nicht van den vorige, ging onder den naam van »Prinses van Liegnitz en gravin van Hoitenzollern” 9 Nov. 1824 een morganatisch huwelijk aan met koning Friedrich Wilhelm 111 van Pruisen.
