Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Graaf van Pembroke

betekenis & definitie

deze titel werd het eerst verleend 1138 aan Gilberl van Clare, ging 1202 over op William van Hampstead (gest.16 Mei 1219), rijks-erfmaarschalk van Engeland, die zich onder Jan en Hendrik 111, inzonderheid als voogd over laatstgenoemden en protector des rijks, zeer verdienstelijk maakte jegens zijn vaderland. Nadat 1245 ook de laatste zijner vijf zonen kinderloos gestorven was, verhief Hendrik 111 zijnen halven broeder William van Valence (1247) tot graaf van P.,met wiens zoon Almerik 't geslacht uitstierf (1323).

Nadat sedert 1339 de familie-bezittingen en de grafelijke titel herhaalde malen als erfenis overgegaan was van den een op den ander, kwam de titel van Graaf van P. 1468 in de familie Herbert, waarin die tot op den huidigen dag gebleven is. Van Robert Henry, twaalfde graaf van P. (geb. 19 Sept. 1791, gest. te Parijs 25 April |1862) ging de titel over op George Robert Charles Herbert (geb. 6 Juli 1850),denzoon van zijnen halven broeder Sidney Herbert.

< >