d. i. Vrouwenlof, deze naam werd aan den minstreel Hendrik van Meissen gegeven, waarschijnlijk om zijn lofzang op de moeder van Jezus.
Geboren omstr. 1260, hield hij zich lang aan de hoven op van vorsten in Zuid- en Noord-Duitschland, woonde sedert 1311 te Maintz, stierf 1318, en werd door vrouwen naar het graf gedragen. Sedert 1842 is hem in den dom te Maintz een nieuw gedenkteeken opgericht. De volledigste editie zijner gedichten is die van Ettmüller (Quedlinburg 1843).