(graaf), geb. 11 April 1755 te Clermont-Ferrand, werd door den adel van Riom afgevaardigd terStatengeneraal 1789, was een der voornaamste woordvoerders van de minderheid, emigreerde 1791, dirigeerde in Engeland le Courrier de Londres, welk blad ophield te verschijnen kort na zijnen terugkeer in Frankrijk: want in 1800 kwam M. naar Parijs, door de Bourbons met de taak belast om Bonaparte te bewegen, het gezag weder in hunne handen te geven; doch in plaats daarvan liet hij zich door Bonaparte overhalen, om zich aan den nieuwen staat van zaken aan te sluiten. Niettemin begroette hij met blijdschap de Restauratie, en gaf 1814 in het licht La Monarchie française depuis son établissement (3 dln.; herdrukt 1815 in 4 dln.), waarin hij het herstel van de oude feodaliteit aanprees.
Hij werd algemeen gehouden voor een ultra, totdat hij in 1826 in het licht zond zijn Mémoire à consulter tegen hetgeen hij de inmenging van de parli-prètre in staatszaken noemde ; daarop volgde een tweede betoogschrift, getiteld: Les Jésuites, les Congrégations etc. Die beide geschriften brachten hem in aanzien bij de liberalen, doch deden hem bij Karel X in ongenade vallen, en werden veroordeeld te Rome. Als aanhanger van de Juli-dynastie werd M. 1832 lot pair benoemd, en stierf 9 Dec. 1838.
