geb. 6 Aug. 1651 op het kasteel Fénélon in Querci (fransch dept. Dordogne), 1675 tot priester gewijd, werd 1689 onderwijzer der hertogen van Burgundië, Berri en Anjou, kleinzonen van Lodewijk XIV, door wien F. in 1695 verheven werd tot aartsbisschop van Kamerijk.
Hij stierf 7 Jan. 1715. Zijn voornaamste werk Les aventures de Télémaque, door F, geschreven als leerboek voor zijne vorstelijke leerlingen, verscheen eerst na zijnen dood in het licht (Parijs 1717), en is sedert ontelbare malen herdrukt en in bijna alle levende talen overgezet. De volledigste editie der Oevres de Fénélon leverde Bausset (22 dln. Parijs 1811 ; Versailles 1821—24).