(baron), geb. 1786 te Chartron in 't fransche dept. Tarn-Garonne, gest. 1836, luitenant-kolonel bij den generalen staf, heeft zich beroemd gemaakt door zijne werken over de geologie en over de weekdieren.
Hij voltooide en gaf in het licht een groot werk, waaraan zijn vader (J. B. Louis de F., artillerie- officier en insgelijks een uitstekend geoloog) dertig jaren lang gewerkt had, ni. de Histoire naturelle des Mollusques (4 dlu. Parijs 1819—22).
