geb. te Rhodez 5 Februarij 1590, gesl. 14 Junij 1670, was Jeziut en een hevig bestrijder van de Jansenisten. Behalve meer andere tegen hen gerigte werken schreef hij: Le Rabat-joie des Jansènisles (Par. 1666, 3 dl. in 4°).
Bij Lodewijk XIV, wiens biechtvader hij sedert 1654 was, stond hij in hooge gunst. Doch toen hij zich opentlijk tegen des konings overspelige minnarijën verklaard had, viel hij in ongenade en moest zich van het hof verwijderen, hetgeen hij slechts vier maanden overleefde.