Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Francisco ballesteros

betekenis & definitie

(don), spaansch veldheer, geb. te Saragossa 1770, was door zijn moed en door in alles gelukkig te slagen, tijdens den inval der Franschen, spoedig opgeklommen tot luitenant-kolonel; doch toen het opperbevel over de spaansche legers in 1812 aan den hertog van Wellington werd opgedragen, weigerde hij eenen vreemdeling te gehoorzamen en werd naar Ceuta verbannen. Bij den terugkeer van Ferdinand in Spanje (1815), werd B. met de ministeriele portefeuille van oorlog belast, doch behield die slechts een jaar.

In 1823, na den intogt der Franschen in Spanje, nam B. het bevel over de troepen van het constitutionele leger, bestemd om Navarra en Aragonië te verdedigen, doch teekende weldra met den hertog van Angoulême, eene capitulatie, die hem tot volslagen werkeloosheid doemde. Door alle partijen beschuldigd, nam B. de wijk naar Frankrijk, waar hij 29 Junij 1832 stierf.

< >