Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Florida

betekenis & definitie

de zuidelijkste staat der n.-amerik. Unie, 2728 vierk. mijlen groot, vormt het 90 mijlen lange schiereiland tusschen den Atlantischen Oceaan en de golf van Mexico, benevens een gedeelte van het westelijke kustland tot aan de Perdido-rivier.

De bevolking, die in 1830 slechts 35,000 zielen bedroeg, was door den aanhoudenden toevloed van meerendeels anglo-amerikaansche landverhuizers aldaar in 1860 reeds geklommen tot ruim 140,000. De hoofdstad van F. is Tallahassee. Vroeger was F. ingedeeld in Oost-F. (hoofdstad St.-Augustin) en West-F. (hoofdstad Pensacola); vandaar de benaming de Beide Floridaas, zeer dikwijls aan dit land gegeven. De naam F. komt van «Pascua florida”, gelijk de Spanjaarden den Palmzondag dikwijls noemen, daar dit land op Palmzondag 1512 ontdekt werd door Juan Ponce de Leon. Lang heeft men den naam van F. gegeven aan al het land ten westen van den Mississippi, welke uitgestrekte landstreek bewoond werd door verschillende volksstammen, nl. de Natsjez en Groote Cricks (in Alabama), de kleine Cricks of Seminolen (langs de oevers van den Flint), de Tsjikkasah, de Sjaktas of Platkoppen, de Jazoes (in noordelijk Mississippi). Na veel tegenspoed bleven de Spanjaarden omstr. 1570 meester van F., en handhaafden zich in het bezit daarvan tot 1763, toen ze het moesten afstaan aan Groot-Britannié. In 1781 werd F. heroverd door de Spanjaarden, die bij bet verdrag van Parijs (1783) in het bezit daarvan bleven; doch iu 1819 werd F. van Spanje gekocht door de Vereenigde Staten, die er een territorium van maakten, dat 1845 een afzonderlijke staat werd, die zich in Febr. 1861 aansloot aan de confederatie der zuidelijke staten onder Jefferson Davis. Bij het traktaat van F. (1819) werd de grensscheiding geregeld tusschen F. en Mexico.

< >