Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ettenheim

betekenis & definitie

stad in het groothert. Baden, aan den Ettenbach, 6 uren gaans bezuidoosten Straatsburg, 7 uren gaans bezuidw.

Freiburg; 3200 inw.; in de 7e eeuw gesticht door Etticho, graaf van de Noordgau, kwam later in eigendom aan het bisdom Straatsburg; 1802 stierf hier de laatste prins-bisschop van Straatsburg, prins van Rohan-Guemené ; in 1804 werd de hier met der woon gevestigde hertog van Enghieu op Napoleons bevel gevangen genomen (zie ENGHIEN) ; anderhalf uur gaans bezuidoosten È. ligt de eertijds beroemde, in 1803 opgehevene, benedictijner abdij Ettenheimmunster.

< >