Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Etolië

betekenis & definitie

lat. EEtolia, tegenw. het Land der Soelioten, een landschap in het eigenlijke Griekenland, ten westen door den Achelous gescheiden van Acarnanië, had ten oosten de ozolische Loeren, den Parnassus en de (Eteërs; ten noorden van E. lag Epirus en Thessalië, ten zuiden de Ambracische golf en de Corinthische Zee.

De voornaamste steden waren Calydon en Thermus; in laatstgenoemde stad zetelde het Panaetolium (d. i. de algemeene vergadering der Etoliërs). De Etoliêrs waren onbeschaafd, opvliegend en twistziek; ze verkeerden aanhoudend in oorlog, zoo niet met hunne naburen, dan onderling. In den peloponnezischen oorlog hielden zij de zijde van Sparta. Na den dood van Alexander begonnen zij zich op het tooneel der wereld meer op den voorgrond te vertoonen, en voerden, zonder groote verliezen te lijden, oorlog tegen Craterus en Antipater (323—22 v. Chr.); vervolgens in bondgenootschap met Antigonus Gonatas (280—243 v. Chr.) trachtten zij een vorstendom te stichten in het westen van Griekenland (Etolië, Acarnanië, Elis, Messenië); maar na den dood van Antigonus verloren de Etoliërs het bondgenootschap der macedonische koningen. Desniettemin gingen zij voort met hun streven naar uitbreiding van grondgebied; vandaar een oorlog met den Acheischen bond, genaamd Oorlog der twee Bonden (220—217 v. Chr.), waarin de Acheërs, bijgestaan door den macedonischen koning Philippus V, de overhand behielden. Om zich deswege te wreken, gingen de Etoliërs tegen Philippus een verbond aan met de Romeinen, en bewezen hun groote diensten in de twee eerste macedonische oorlogen; doch het duurde niet lang of zij werden ontevreden over de Romeinen, en zoodoende gaven zij aanleiding tot de komst van Antiochus naar Griekenland (192 v. Chr.). Na de nederlaag van Antiochus (190) werden zij tot onderwerping gebracht door Fulvius Nobilior (189 v. Chr.); zij behielden echter hunne eigene wetten. Onder Constantijn werd E. begrepen in Nieuw-Epirus, en maakte deel uit van de prefectuur van Illyrië. Na de inname van Constantinopel door de Latijnen, stichtte zekere Theodorus Angelus, van de familie der grieksche keizers, een onafhankelijk vorstendom in Epirus en Etolië; maar onder zijne afstammelingen ontstond verdeeldheid, waarvan sultan Amurad II partij trok en zich meester maakte van het land (1432); kortstondig werd E. aan de Turken ontweldigd door Scanderbeg, die het bij zijnen dood onder het gezag van Venetië stelde; doch de Venetianen konden zich niet in dat bezit handhaven, en al spoedig kwam E. weder onder het juk der Turken, om eerst bij den opstand van 1821 zijne onafhankelijkheid te herwinnen. Zie GRIEKENLAND.

< >