(hertog), eerst bekend onder den naam van graaf van Stainville, geb. 18 Junij 1719, diende eerst in de armee, later onder het patronaat van madame de Pompadour als gezant (te Rome, te Weenen), werd 1758 hertog van C. en minister van buitenlandsche zaken, gaf 1761 deze portefeuille over aan zijnen neef den hertog van Praslin, en werd zelf minister van oorlog, terwijl hem 1763 ook de portefeuille van marine opgedragen werd. Na den dood van madame de Pompadour zich geen vleijer toonende van ’s konings nieuwe bijzit gravin du Barry, viel C. 1770 in ongenade.
De hertog van C. mag gerangschikt worden onder de bekwaamste ministers, die Frankrijk ooit gehad heeft: hij reorganiseerde het leger, stichtte de Militaire school, beurde de fransche marine op, en deed de koloniën bloeijen; hij bragt den Familie-bond tot stand, waardoor al de vorsten uit het huis van Bourbon zich aaneen sloten (1761) tegen Engeland, hij lijfde (1769) Corsica in bij Frankrijk, en werkte krachtdadig de eerzuchtige plannen tegen, die Rusland beoogde ten aanzien van Polen. Door dat alles, en voornamelijk ook door de opheffing van de Jezuiten-orde in Frankrijk (1762), genoot C. de hoogste mate van populariteit, toen hij 1770 bij den koning in ongenade viel (zie boven), waarop hij zijn prachtig buitengoed Chanteloup ging bewonen. Door Lodewijk XVI menigmaal geraadpleegd, stierf C. 7 Mei 1785.