Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ducerceau

betekenis & definitie

(pater), een Jezuïet, geb. te Parijs 1670, werd de leermeester van den prins van Conti, die hem, door het bij ongeluk afgaan van een geweerschot, doodschoot 1730. Behalve Carmina varia (1705, en dikwijls herdrukt) en verscheidene blijspelen, schreef D. eene Histoire de Thamas-Koutikhan (1728; herdr. 1742), alsmede de Conspiration de Rienzi, aan welk werk, niet geheel door D. voltooid, de laatste hand is gelegd door pater Brumoy (het verscheen in druk 1733).

Eene complete editie der gedichten en tooneelstukken van D. gaf Péricaud in het licht (2 dln. 1828).

< >