lat. Legio fulminatrix, een meerendeels uit Christenen samengesteld legioen van het romeinsche leger.
Volgens de overlevering moet dit legioen, anno 174, in den oorlog van keizer Marcus Aurelius tegen de Marcomannen (zie het art. ANTONINUS) door bidden van den Hemel hebben verkregen, dat er een onweder losbrak, waardoor de vijand met schrik vervuld werd, terwijl de vreeselijk aan dorst lijdende romeinsche soldaten verkwikt werden door den regen. Hiernaar, zegt de overlevering, ontving dit legioen den naam van D.-L.; doch veel waarschijnlijker is het, dat de romeinsche keizer het onweder volstrekt niet beschouwde als een gevolg van het bidden zijner christen-soldaten; althans de bloedige vervolging, waaraan de Christenen onder zijne regeering blootstonden, bewijst niet dat hij hun voor dat zoogenaamde wonder erkentelijk was. Overigens was er reeds onder Augustus een legioen, dat wegens zijne onverschrokkene dapperheid den bijnaam droeg van D.-L.(lat.Legio fulminea).