Stad in Latium; nu Gastro. Castrén (Matthias Alex.), geb. 2 Dec. 1813 in het kerspel Gerwola in de tïnsche prov.
Uleaborg, deed sedert 1838 groote reizen, en werd in Maart 1851 professor der finsche taal en letterkunde te Helsingfors, waar hij reeds 7 Mei 1852 stierf. Hij zelf gaf in het licht drie spraakkunsten: eene syrjanische (Helsingf. 1844); eene tsjeremissische (Helsingf. 1845); en eeneostjakische (2edruk,Petersburg 1858). De beschrijving van zijne reizen (duitsch 2 dln. Petersb. 1853) werd,evenals zijne Vorlesungen über die finmsche Mythologie (Petersb. 1853) en Elhnographische Vorlesungen über die finn. Vijlker (Petersb. 1857), eerst na zijnen dood uitgegeven door Schiefner, die ook al de door C. verzamelde linguïstische bouwstoffen over de talen der Samojeden, Toengoezen, Bureten, Jenissei-Ustjaken en Kotten, Coibalen en Caragassen, enz. achtereenvolgend bewerkt en in licht gegeven heeft.