(Ch. b. A.Fouquet de), maarschalk van Frankrijk, geb. 1684teVillefrancheinRonergue, gest. 1761, was een kleinzoon van denopper-intendant Fouqnet.
Na zich onder bodewijk XIV en het Regentschap onderscheiden te hebben in de oorlogen in Vlaanderen en Spanje, werd hij 1732 luit.generaal,en diende 1734 onder maarschalk Berwick. Als bekwaam onderhandelaar droeg hij er veel toe bij, om botharingen voor Frankrijk te verzekeren (1736), en om den keurvorst van Beijeren tot roomsch keizer te doen verkiezen onder den naam van Karel VII. In 1740 tot maarschalk benoemd, nam hij ijverig deel aan den oostenrijkschen successie-oorlog, voerde bevel in Bohemen, en vermeesterde Praag ; doch omringd door eenen overmagtigen vijand, was hij genoodzaakt die plaats weder te verlaten, en bewerkstelligde toen eenen terugtogt (1742), die algemeen beschouwd werd als meesterlijk door hem volbragt. Vervolgens ging hij Dauphiné verdedigen en Provence, beiden door de Oostenrijkers bedreigd. In 1757 werd hij minister van oorlog, en voerde verscheidene nuttige hervormingen in.(Ie Chevalier de), broeder van den vorige, sneuvelde 1746, bij eene poging om in Piémont door te dringen, en zich tot dat einde eenen weg te banen door een bergpas heen.